Het weerstandsvermogen bestaat volgens de regels uit de reservepositie, de onbenutte belastingcapaciteit, de post onvoorzien en de stille reserves.
Het eigen vermogen in de vorm van reserves geeft het verschil aan tussen bezittingen minus schulden. De reserves geven weer welk deel van de totale bezittingen met eigen vermogen is gefinancierd. Een reserve betekent dus niet dat deze middelen op de bankrekening staan.
Investeringen worden gedeeltelijk met eigen vermogen en met vreemd vermogen gefinancierd. Over het deel dat met vreemd vermogen wordt gefinancierd moet rente worden betaald.
Eind 2022 bedraagt het aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen
(de solvabiliteitsratio) 28%. Het grootste deel van ons vermogen is dus extern gefinancierd.
Eind 2022 is er ruim € 42 miljoen aan reserves beschikbaar. Hiervan betreft circa € 22 miljoen bestemmingsreserves.
De toename van de reserves ten opzichte van de vorige begroting is veroorzaakt door de uitgestelde betalingen aan PHS, een meerjarig positief begrotingssaldo en de inbreng van de reserves Helvoirt. Dit heeft een direct gevolg voor de ontwikkeling van de solvabiliteitspositie.
Eigen vermogen x €1.000 | 2019 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|
Algemene reserve | 12.483 | 13.229 | 13.779 | 13.855 | 14.455 | 15.055 |
Reserve grondexploitatie | 3.127 | 5.386 | 5.408 | 5.628 | 6.018 | 6.124 |
Bestemmingsreserves | 33.278 | 29.060 | 21.848 | 16.788 | 15.806 | 14.499 |
Exploitatieresultaat | 483 | 797 | 1.241 | 1.228 | 1.434 | 1.767 |
Totaal | 49.371 | 48.472 | 42.276 | 37.498 | 37.713 | 37.445 |
Het totale eigen vermogen neemt uiteindelijk als gevolg van investeringen in de Rijksinfra. Door de bijdrage N65 is deze ultimo 2020 gedaald en daalt deze verder door de bijdrage PHS die nog volgt.
De verkoop van vastgoed is grotendeels bestemd voor de bestemmingsreserve Rijksinfra. Een ander deel is op basis van eerder raadsbesluiten gereserveerd voor de bestemmingsreserve Accommodatiebeleid, de bestemmingsreserve Moleneindplein en de Algemene reserve.
Weerstandsvermogen
In het kader van het weerstandsvermogen vormt vooral de algemene reserve de buffer voor het opvangen van de (toekomstige) risico’s. De verwachte ontwikkeling van de algemene reserve ziet er als volgt uit:
Algemene reserve (bedragen x € 1.000) | |
---|---|
Saldo 31-12-2020 | 11.768 |
Bestemming jaarresultaat 2020 | 79 |
Mutaties begroot 2021 | |
Verkoop Dr. Landmanschool | 397 |
Bijdrage reserve Rijksinfra | -1.000 |
Mobiliteitsvisie | -50 |
Lening de Speeldoos | -387 |
Budgetruimte lening Speeldoos | 155 |
Bijdrage turborotonde | -200 |
Inbreng balans Helvoirt | |
Algemene reserve | 1.917 |
Vrijval bestemmingsreserves | 321 |
Vrijval voorzieningen | 229 |
Verwacht saldo eind 2021 | 13.229 |
Mutaties begroot na 2021 | |
Rekeningsaldo 2021 (excl.budgetoverheveling) | 797 |
Verhuiskosten Zuiderbos | -50 |
Mobiliteitsvisie 2022 | -50 |
Verbetering financiële positie | 1.800 |
Pepereind | 126 |
Verwachte saldi 2022-2025 | pm |
Nog besteedbaar | 15.852 |
Aan te houden buffer (bedragen x 1.000) | |
Buffer 20% uitkeringen gemeentefonds | 9.900 |
20 % Algemene, decentralisatie en integratie uitkeringen | |
Totaal aan te houden buffer | 9.900 |
Vrije ruimte | 5.952 |
De algemene reserve en bestemmingsreserves zijn geen geld. Voor het betalen van investeringen of het doen van exploitatie uitgaven moet er geld op de bankrekening staan of worden geleend. Ook als deze uitgaven worden gedekt uit reserves. Aanwending van de reserves heeft dan ook negatieve gevolgen voor de rentelasten.
Wel is het mogelijk om investeringen ten laste van de reserves af te schrijven zodat de toekomstige exploitatie niet met afschrijvingslasten wordt belast. Ook (incidentele) exploitatielasten kunnen met een bijdrage uit de reserves worden gedekt waardoor ze per saldo niet ten laste van het jaarresultaat komen. De algemene reserve kan dus dienen om incidentele tegenvallers te dekken. In dit kader wordt een minimum niveau aangehouden voor de algemene reserve voor de dekking van onverwachte tegenvallers. Hoe hoog dit niveau moet zijn is onderdeel van bestuurlijke afweging.
Voor 2021 hanteren we de Ratio-exploitatie voor deze afweging:
Bij de ratio exploitatie wordt de benodigde weerstandscapaciteit gerelateerd aan de (te) ontvangen uitkeringen uit het gemeentefonds.
De omvang van de exploitatie is mede bepalend voor de risico's die we lopen. Om dit in beeld te brengen hanteren we als norm voor de benodigde weerstandscapaciteit 20% van de te ontvangen uitkeringen uit het gemeentefonds.
Voor deze ratio willen we minimaal een voldoende scoren op basis van onderstaande tabel.
Ratio | Betekenis |
---|---|
> 1,2 | ruim voldoende |
1 – 1,2 | voldoende |
< 1,0 | onvoldoende |
Beschikbare weerstandsvermogen
Het beschikbare weerstandsvermogen bestaande uit het niet bestemde saldo van de algemene reserve is berekend op € 15,8 miljoen. (Dit is ± € 497 per inwoner).
Uitkomst risicoratio op basis van de exploitatie
In de begroting 2022 is een bedrag van € 49,499 miljoen aan uitkeringen uit het gemeentefonds opgenomen 20% hiervan is € 9,9 miljoen.
De ratio exploitatie-omvang komt daarmee uit op 1,59 en wordt als ruim voldoende aangemerkt.
Normering van de ratio vormt een goed hulpmiddel om de inzet van de algemene middelen te begrenzen.